(...) "Een belangrijke rol in de ontwikkeling van de
natuurwetenschappen was overigens weggelegd voor de Drie-eenheidsgedachte. ‘Hierin’,
aldus de fysicus en psycholoog Ewald Vervaet, ‘wordt de Geest gezien als de liefdesband tussen de Vader en
de Zoon. Dat heeft een gesloten Godsbeeld tot gevolg. Het westerse christendom
verwerpt dan ook de mogelijkheid tot kennis over God die verder gaat dan de openbaring.
Wie nu al Godkennis wil, dient zich voorlopig tevreden te stellen met flauwe
afspiegelingen van Hem vanuit de empirie, de kennis vanuit bevindingen. Zo
ontmoedigt het westers christendom elke gerichtheid op directe Godkennis en
moedigt het een empirische gerichtheid aan [cursiv. FH]. En dat is bevorderlijk
voor de opkomst van de wetenschap.’ Volgens Vervaet zijn naast het christendom
alleen religies die een persoonlijke God erkennen bevorderlijk voor de
wetenschap, dus naast het christendom alleen het jodendom en de islam. Deze
religies kijken namelijk positief naar het zijnde, dus naar wat onderzocht zou
kunnen worden. Daarnaast hebben de exoterische religies (de religies met een
persoonlijke God) een lineair tijdsbesef omdat deze religies samenhangen met
bepalende gebeurtenissen in de geschiedenis. Dit lineaire tijdsbesef is
onontbeerlijk in de wetenschap. Ook de verlossing door een Heiland die hoger
staat dan wijzelf is een element. Met name in het specifieke geval van het
Christendom is dat duidelijk omdat de verlossing door Christus maakt dat de
mensen tijd en energie overhebben voor andere zaken dan de zelfverlossing van
het hindoeïsme en boeddhisme. Tenslotte geldt in de exoterische religies dat de
geloofsleer niet strijdig mag zijn met de logica, ratio en de feiten, een
geweldige stimulans voor het beoefenen van wetenschap [1].
Het was inderdaad dan ook precies het besef van een absolute Orde (die in
overeenstemming moest zijn met de empirie), dat Newton, Kepler en Einstein
leidde bij hun ontdekkingstocht door de natuur. Het is daarom niet toevallig
dat grote en hoogstaande culturen, zoals de chinese, perzische en indiase, toch
nooit een wetenschap – en een maatschappelijke solidariteit – hebben
voortgebracht zoals die van het christelijke Westen. Veeleer zijn ze gestrand
in fatalisme en quietisme. Zelfs de Grieken ontwikkelden geen wetenschap zoals
wij die heden bedrijven. Whitehead ziet de oorzaak van het Griekse falen juist
in het feit dat ze alleen ‘schitterende
denkers waren en stoutmoedig redeneerden. Hun aanleg’, aldus Whitehead, ‘was
minder geschikt voor de toestand van verbeeldingsrijke, doezelige onzekerheid
die aan het uit feiten afgeleide generaliseren voorafgaat.’ Deze verbeelding,
dit vermoeden van een onuitsprekelijk
geheim, kan niets anders zijn dan de influx van genade als gevolg van de
intuïtie van het bestaan van God." (...)
Uit: Fred Hamburg, Waarom democratie? (nog ongepubliceerd; geinteresseerde uitgevers kunnen zich bij mij melden).
Uit: Fred Hamburg, Waarom democratie? (nog ongepubliceerd; geinteresseerde uitgevers kunnen zich bij mij melden).
[1] “Het westers christendom heeft de wetenschap gebaard” – interview door
Eugéne Brusse met Ewald Vervaet. In Katholiek
Nieuwsblad, 15 augustus 2003, p.4/5
Geen opmerkingen:
Een reactie posten